Katten kunnen last hebben van inwendige en uitwendige parasieten. Inwendige parasieten zitten in de organen van de kat, zoals maag, darm, lever, longen en spieren. Sommige parasieten komen vooral in het buitenland voor, waar het warmer is en waar de parasieten beter gedijen dan in het koude Nederland.
Wormen
Wormen die bij de kat voorkomen zijn lintwormen, spoelwormen, mijn- of haakwormen en de hartworm.
Spoelwormen
De spoelworm (ascaridia) komt bij bijna alle katten voor. Bijna ieder kitten komt ter wereld met een besmetting met spoelwormen. Besmetting kan van kat op kat plaatsvinden. Een vrouwelijke spoelworm kan per dag honderdduizenden eieren (totaal ruim 80 miljoen) produceren. Spoelwormen kunnen maximaal 10 cm lang worden. Spoelwormen leven in de dunne darm. Soms komen spoelwormen met ontlasting en braaksel naar buiten. Eitjes van spoelwormen komen met ontlasting naar buiten. Kittens kunnen door het drinken van melk van de poes ook besmet raken.
Haakwormen & zweepwormen
Haakwormen worden ook van kat tot kat overgebracht. Deze wormen komen in Nederland wat minder vaak voor dan spoelwormen. Zweepwormen worden ook van kat op kat overgebracht, de eitjes kunnen jarenlang in de omgeving overleven. Zweepwormen bevinden zich in het laatste gedeelte van het maagdarmkanaal.
Lintwormen
Lintwormen (Cestoda) worden in tegenstelling tot de eerder beschreven wormen niet van kat op kat overgedragen. Lintwormen hebben namelijk een indirecte levenscyclus, wat betekent dat deze parasiet een andere diersoort als "tussengastheer" nodig heeft. Besmetting vindt plaats wanneer de kat deze "tussengastheer" opeet (bv. muizen). Vooral vlooien zijn een belangrijke tussengastheer. Wanneer de kat besmet is vindt u meestal segmenten (klein en wit) van de lintworm onder de staart, in de omgeving en in de ontlasting.
Hartworm
Hartwormen (Dirofilaria) houden zich niet op in de darmen maar in de bloedvaten en vaak in de rechterhartkamer. Hartwomen zijn dodelijk als er geen preventieve maatregelen worden genomen. Hartwormen beschadigen hart, longen en lever. De larven van hartwormen worden door muggen overgedragen. Muggen zuigen bloed bij een besmette kat en worden zo besmet. Wanneer een andere kat gestoken wordt, dan raakt deze besmet. Hartwormen komen in Nederland niet voor, maar wel in het buitenland.
Uitwendige parasieten
Uitwendige parasieten zijn onder andere vlooien, luizen, teken en schurftmijt.
Vlooien
Vlooien zijn kleine, bruinzwarte insecten zonder vleugels. Het lichaam is zijdelings afgeplat. Vlooien kunnen enorm ver springen. Vlooien zuigen bloed en leggen eieren op allerlei plekken in huis. Uit de eieren komen witte larfjes. Vlooien kunnen niet goed tegen kou, maar eieren blijven in leven.
Luizen
Luizen zijn ook insecten zonder vleugels en met plat lichaam. Er zijn twee typen luizen, zuigende en bijtende. Bijtende luizen voeden zich met huidschilfers en bloed. Zuigende luizen zijn langer en leven alleen van bloed. Luizen worden overgedragen door direct contact van het ene dier met het andere.
Teken
Als teken zich vastbijten, zullen ze zich met hun kop ingraven in de huid. Volgezogen teken zien er uit als grijze bolletjes. Teken kunnen diverse ziekten overdragen. Vooral in wat warmere regio’s van Europa zijn veel teken besmet met ziekten.
Mijten
Er zijn verschillende soorten mijten. De meest voorkomende zijn sarcoptes, demodex (jonge honden schurft, oormijt (otodectes) en cheyletiella.
- Sarcoptes: Sarcoptes mijten maken gangetjes in de huid. Slechts een paar mijten kunnen al heftige jeuk geven, ze zijn dan ook lastig te vinden als er een afkrabsel gemaakt wordt. Katten kunnen kale plekken hebben aan oren, snuit, ellebogen en poten.
- Demodex: Demodex mijten leven in talgklieren en in de haarzakjes. Deze mijt komt bij katten minder regelmatig voor en geeft ook niet in alle gevallen klachten. Katten die aangetast zijn hebben vaak een verdikte huid op snuit, poten en rondom de ogen. De behandeling is vaak langdurig.
- Otodectes: cynotis Deze mijten leven in de gehoorgang. Een infectie met oormijt is te herkennen aan het feit dat er zwarte oorsmeer in het oor zit. Vaak schudden dieren met hun kop en hebben ze veel jeuk aan de oren.
- Cheyletiella: De Cheyletiella mijten lijken op huidschilfers. Als een dier last heeft van deze mijten, dan lijkt het of er veel “roos” is. Dieren kunnen last krijgen van jeuk, haaruitval en schilfering.